Het spoor van klei en as in de Buthpolder
Als je op deze pagina bent aanbeland, ben je de echte verklaring van de streep van klei en as in de Buthpolder op het spoor. En dat kun je gerust letterlijk opvatten, want het zijn de restanten van het spoor Mechelen-Terneuzen die je in de akker ziet. De spoorlijn is van 1871 tot 1968 in gebruik geweest, met dien verstande dat aan het personenvervoer al in 1952 een einde kwam.
Hoewel het spoor zo'n dertig jaar geleden geruimd is, kun je het tracé met behulp van Google Maps nog geheel volgen. Als je begint bij een bekend punt, zoals het fietspad in het Clingse Bos, het voormalig station in Hulst of het gerestaureerde spoorwegviaduct bij Schapenbout, dan zie je op satellietfoto's een lange doorgaande lijn. Soms wordt die lijn gevormd door de scheiding van twee akkers, soms door een bomenrij en soms door een weg, maar de lijn wordt zelden echt onderbroken.
De kernvraag is natuurlijk hoe het komt dat je zelfs dwars over een akker het spoor nog kunt volgen. Ik heb dit aan deskundigen gevraagd, zoals Reinier Zondervan, van Stoomtrein Goes - Borsele. Hij antwoordde het volgende.
***
Goedemorgen,
Het is mogelijk dat sintels een rol spelen. De hoeveelheid sintels die uit een locomotief valt zal beperkt zijn, maar in het verleden werden ook de schouwpaadjes (inspectiepaadjes) langs het spoor van sintels gemaakt. Sintels werden vaak toegepast als wegdek op spoorwegterreinen. Op oude bestektekeningen van onze spoorlijn wordt dat aangeduid als ‘koolasch’. Wanneer wij onze spoordijk afvlakken ten behoeve van spoorvernieuwing komen we soms links en rechts van het spoor nog een donkere streep tegen, een overblijfsel van de vroegere paadjes.
Van een vrijwilliger met verstand van landbouw heb ik wel eens begrepen dat op de plaats van vroegere spoorlijnen de grondstructuur ook anders is. Voor de aanleg van spoor wordt eerst een zandlichaam aangebracht, want op kleigrond of veen kun je geen spoor aanleggen. Als het spoor is gelegd, wordt het afgestort met ballast. Die ballast kan bestaan uit zand, grind of steenslag. Veel van deze materialen blijven achter na afbraak van de spoorlijn. Op de plek van de oude spoorlijn is de grond daardoor zanderiger dan daarnaast, waardoor planten ook anders groeien. Je kunt het tracé daardoor vaak ook nog zien als er gewassen op het land staan.
Zulke tracés blijven decennialang zichtbaar. Zelfs de spoorlijntjes van Goes naar Wolphaartsdijk en Wemeldinge, die al in 1942 zijn opgebroken, zijn nog zichtbaar op Google Maps.
Met vriendelijke groeten,
Stoomtrein Goes-Borsele
Reinier Zondervan
***
Tuur Verdonck van Spoorwegmuseum Utrecht stuurde mij een link door naar de website Railtrash van Victor Lansink. Victor heeft de gehele route van het verdwenen tracé ooit nagelopen en er op zijn website een mooie fotoreportage over geplaatst. Aanrader.
Ook in een door H.G. Hesselink geschreven boek over de spoorlijn Mechelen-Terneuzen wordt gesproken over het gebruik van (ongetwijfeld grote hoeveelheden) koolas. Hoewel ik er niet aan twijfel dat dit spul de donkere strook verklaart die over de akker in de Buthpolder loopt, stelt de verklaring me wel voor een nieuw raadsel.
Dit raadsel luidt: Het spoortracé werd tegen het einde van de twintigste eeuw ontmanteld. Hierbij liet de koolas een zwart spoor achter. Dit spoor werd echter enkele eeuwen eerder al in de sage van de Buthpolder beschreven. Hoe kan dat? Een mens zou er bijna bijgelovig van worden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb